Waaraan moet onderwijs voor hoogbegaafde kinderen voldoen?
We onderscheiden hierbij -net als bij moeilijk lerende kinderen- 5 niveaus van zorg. Die worden hieronder uitgelegd (en vergeleken).
Niveaus van zorg voor meerbegaafde leerlingen
|
Niveaus van zorg voor moeilijk lerende kinderen
Niveau 0 |
Niveau 2: Compacten en verrijken
Wat is compacten en verrijken?
Compacten: (Hoog)begaafde kinderen hebben minder oefenstof en herhaling nodig om de stof te begrijpen.
Verrijken: In de breedte andere stof aanbieden. Om een kind verrijking te bieden, moet je toevoegen WAT ER NOG NIET IS, en NIET meer geven van wat het al heeft of kan. Een kind dat opvallend veel en goed leest zou niet meer lees-opdrachten mogen krijgen. Dat is geen verrijking. Dit kind is vermoedelijk al een leeswolf. Door meer leesopdrachten moedig je zo’n kind niet aan om uit te blinken op dit gebeid. Dat dééd het al! Zo’n kind zou wat kunnen hebben aan een opdracht om verder na te denken over wat het gelezen heeft.
Wat zijn de richtlijnen om compacten en verrijken in te zetten?
Richtlijnen voor het compacten van taal en rekenlessen
Begaafde en hoogbegaafde leerlingen hebben vaak veel minder uitleg, oefening en herhaling nodig dan de rekenmethode aanbiedt. Voor hen kan best het één en ander geschrapt worden. Daarom heeft SLO richtlijnen ontwikkeld voor het compacten van de reken-wiskundemethode en taalmethode voor begaafde en hoogbegaafde leerlingen. Op basis van deze richtlijnen zijn de compactingprogramma's geschreven. Hieronder staan de richtlijnen opgesomd.
Wat wel aanbieden?
Belangrijke stappen in het leerproces
Overgang naar formele notaties
Reflectieve activiteiten
Belangrijke strategieën en werkwijzen
Constructieve/ontdekactiviteiten
Verrijkingsstof die wezenlijk moeilijker is
Activiteiten op tempo
Introductie van een nieuw thema
Wat schrappen?
50% tot 75% van de oefenstof
75% tot 100% van herhaling
Verrijkingsstof die meer van hetzelfde biedt
Overige overwegingen
Bij het maken van een compactingprogramma volgens de richtlijnen spelen ook andere belangrijke, niet vakinhoudelijke overwegingen mee die bepalen of iets al dan niet geschrapt wordt. Bijvoorbeeld overwegingen rond de organisatie (een leerling moet niet steeds van zijn werk gehaald worden om weer even mee te moeten doen) of pedagogische of onderwijskundige overwegingen: het is goed mee te doen aan activiteiten die samen uitgevoerd worden, omdat samenwerken ook belangrijk is voor deze leerlingen. Soms zijn overwegingen louter praktisch van aard: het is niet altijd handig een bepaald percentage opgaven weg te strepen, door het beperkte aantal of door de vele verschillende typen sommen in een opgave. Het is goed om dergelijke overwegingen te betrekken in het compacten. Dit maakt het compactingprogramma juist
Bron: Plato en Digitale opleidingsschool
Niveau 5: Leonardo onderwijs
Leonardo onderwijs is speciaal -topdown- onderwijs voor hoogbegaafde kinderen. De Leonardoklassen worden in gewone basisscholengehuisvest, daardoor is Leonardo onderwijs betaalbaarder dan een school voor speciaal onderwijs. De gewone basisschool krijgt namelijk van het Ministerie van Onderwijs de normale subsidie per kind. Er zijn wel wat extra kosten, maar niet in verhouding tot het speciaal onderwijs. Deze extra kosten worden betaald uit sponsoring, in sommige gevallen subsidies van gemeente of provincie en er wordt momenteel subsidie aangevraagd uit de pot van 10 miljoen euro voor onderwijs aan hb kinderen van staatssecretaris Sharon Dijksma. Verder vraagt de Leonardoklas een vrijwillige bijdrage van de ouders.
Doordat de klassen zich in een gewone basisschool bevinden, houden de kinderen het contact met andere kinderen van de school (spelen op het schoolplein, samen vieringen houden, samen gymmen).
Leonardo wil kinderen tot hun 12e jaar op de basisschool houden, en op Leonardocolleges tot hun 17e jaar, zodat kinderen niet -zoals nu- veel te vaak te jong op de middelbare school komen, met alle sociale problemen van dien. Omdat hb kinderen de basisschool in gemiddeld een jaar of vier af kunnen hebben, blijft er veel tijd over voor andere zaken. Hieronder zie je welke zaken.
Het lesprogramma in een Leonardoklas ziet er ongeveer zo uit:
· individuele leerlijn voor rekenen-, taal- en wiskunde (ieder werkt op z'n eigen niveau)
· leren omgaan met hoogbegaafdheid
· filosofie voor kinderen
· communicatieve vaardigheden (menselijke reacties en emoties)
· leren ondernemen
· leren leren
· informatica voor hoogbegaafde kinderen
· Engels
· leerlijn science
· projecten uit de natuur· wereldoriëntatie
· Leonardo projecten (samen projecten uitvoeren)
· muziek (oa componeren), dans, drama, beeldende vorming, lichamelijke ontwikkeling
· lessen uit Vooruit en andere methodes voor hoogbegaafde kinderen· presentatie werkstukken, projecten e.d. aan groter publiek
· Leonardo tijd (zelf onderzoek bedenken en uitvoeren)
· denksporten (schaken, dammen, bridge)
· eigen inbreng kinderen
· Eventueel Spaans
Meer informatie: www.leonardostichting.nl